
op/in 1994
Genres: Geschiedenis, Non-fictie
Pagina's: 411
Taal: Nederlands

Het kleine geheim van een middeleeuws schoentje, gevonden in de donkerblauwe grachtenmodder, het vrouwenoproer op het begijnhof, het dagboek van een doodsbange pater tijdens de hongersnood van 1575, de tragedie van het dienstmeisje Elsje Christiaens en de gevierde schilder Rembrant van Rijn, de apocalyps van burgemeester Coenraad van Beuningen, de Grote Kou van 1763 en de vergeten moed van Wallie en Gijs van Hall. In dit boek voert Mak ons via sierlijk gestutte en sfeervol verlichte gangen door de diepe, diepere en diepste lagen van het hoofdstedelijk verleden, van de eerste nederzetting rond het jaar 1000 tot het heden waarin Amsterdam staat voor uitdagende vraagstukken op het gebied van onder meer milieu en immigratie.
Mijn oma kwam uit Sloten, toen nog een dorpje vlak bij Amsterdam. En hoewel mijn moeder het nog steeds ontkent, kon je dat ook overduidelijk aan mijn oma horen. Nog steeds kom ik graag in onze hoofdstad, je raakt er niet uitgekeken. Het was daarom ook geen vreemde keuze om aan dit boek te beginnen.
Geert Mak ken ik van In Europa, een serie Europa in de 20e eeuw. Schitterende serie! Het boek van de serie heb ik van mijn moeder gekregen laatst, maar moest hem zelf nog ophalen in de boekwinkel. Tegelijkertijd heb ik dit boek aangeschaft. Nadat ik zag dat In Europa toch wel héle kleine lettertjes had ben ik maar in dit boek begonnen.
Het boek leest ontzettend door. Dat komt vooral omdat er in chronologische volgorde is geschreven, in plaats van dat er gekozen is om per onderwerp de stad toe te lichten. Handig is wel voor de leesbaarheid dat je de straatnamen van de stad kent. In mijn versie zat geen straatnamenkaart, maar het hele tijd op moeten zoeken leest sowieso al niet erg lekker. Wel zit er een kaartje in met alle gebouwen. Om het boek te kunnen lezen heb je wel enige basiskennis van de geschiedenis nodig, zodat je de verhalen in context kan plaatsen.
Voor het boek heeft Geert Mak vooral gekozen om dit te bekijken vanuit de echte Amsterdammer, hoe zij in hun tijd de stad meemaakten. Uiteraard zijn dit vaak de betere burgers, omdat deze konden lezen en dagboeken konden schrijven. Later kwamen daar natuurlijk ook de krant, de radio en de televisie bij, waardoor ook het ‘gepeupel’ een woord kreeg. Ergens vind ik het wel jammer dat juist deze verhalen niet opgeschreven zijn en daardoor niet in het boek opgenomen zijn, maar verhalen die van generatie op generatie overgaan zijn vaak ook niet zeer betrouwbaar. Mak schrijft alsof je er echt bij was, heel verhalend, heel betrokken. Pas als je naar de verhalen van de laatste eeuw gaat kijken zit er af en toe wel een belerend vingertje in, iets wat Mak ook in In Europa deed, en omdat het vaak niet mijn visie is kan dit ook gaan ergeren. Desalniettemin blijft het goed om een spiegel voor te houden, waardoor er van de fouten geleerd kan worden.
Dit boek is niet alleen erg geschikt voor de die-hard geschiedenisfan, maar ook voor de lezers die graag wat meer geschiedenisboeken zouden willen lezen en niet weten waar ze aan moeten beginnen. Leest makkelijk, goed voor de algemene kennis en helemaal een aanrader voor mensen die ‘iets’ met Amsterdam hebben!