
Uitgegeven door Stern op/in 28 september 1979
Genres: Mens & Maatschappij, Non-fictie
Pagina's: 333
Taal: Duits

Christiane F. is misschien wel één van de allerbekendste drugsgebruikers van Europa. Haar verhaal speelt zich af in de jaren ’70, wanneer Christiane in Gropiusstadt komt te wonen. Het boek is niet geschreven door Christiane, maar door Kai Hermann en Horst Rieck. Het was in eerste instantie de bedoeling dat ze haar voor een middag zouden interviewen voor een artikel, dat werden uiteindelijk een aantal maanden.
Het verhaal heb ik in het Duits gelezen. Dit omdat ik het boek toentertijd had aangeschaft om mijn Duits te verbeteren en ik kan er niet zo goed tegen als ik vertaalde boeken moet lezen wanneer ik de oorspronkelijke taal machtig ben (niet dat ik vloeiend Duits spreek, verre van zelfs).
De levensloop van Christiane is iedereen wel een beetje bekend. Thuis wordt ze verwaarloosd en komt hierdoor in een sociaal isolement. Uiteindelijk leert ze ‘vrienden’ kennen, waardoor ze op haar twaalfde de eerste verdovende middelen slikt. Als ze veertien is, is ze verslaafd aan heroïne. Meerdere keren kickt ze af, ook in de tijd na het boek, maar inmiddels schijnt ze weer aan de verdovende middelen te zitten.
Het verhaal is ontzettend gedetailleerd. Je zou denken dat al die drugs haar hersenen toch wel enigszins hebben aangetast. Niks is minder waar, Christiane kan zich nog prima voor de geest halen wat de drugs op een bepaald moment kostten, hoe zij samen met Detlef ging afkicken, wat ze allemaal deed om geld bij elkaar te krijgen en hoe ze haar avonturen op de Kinderstrich beleefde.
Ontroerend is misschien nog wel het beste woord om dit boek te omschrijven. In veel boeken wordt zo’n persoon vaak afgeschilderd als drugsverslaafde klootzak, maar voor hem (en ook voor Christiane) heb ik ergens wel sympathie. Ook de relatie tussen Christiane en haar moeder wordt mooi omschreven. Zij heeft er van alles voor over om haar dochter, samen met Detlef van de drugs af te krijgen.
Ich habe mich oft gefragt, wieso ich nicht früger gemerkt habe, was mit Christiane los ist. Die Antwort ist einfach, doch ich konnte sie erst nach Gesprächen mit anderen Eltern ertragen, denen es mit ihren Kindern ähnlich ging: Ich wollte einfach nicht wahrhaben, daß meine Tochter rauschgiftgsüchtig ist. Ich habe mir so lange wie möglich etwas vorgemacht.
Je zou je moeten verplaatsen in de tijd waarin ze leefde. In een wijk met grote grijze flats, waar niks te doen is. West-Berlijn, een eiland in de grote zee. Werkloosheid was hoog, lang niet alle huwelijken liepen goed af en misschien was de vrijheid in West-Berlijn wel iets te groot. Veel jongeren, zoals Christiane, wilden ergens bij horen, en misschien weet je van jezelf nog wel wat je er soms voor over hebt om dat te doen als tiener zijnde. Als je het boek gelezen hebt, is het haast begrijpelijk dat ze aan de drugs is gegaan, in tegenstelling tot de mensen die alleen de film hebben gezien.
Mocht je niks te doen hebben deze kerstvakantie, dan raad ik je van harte aan om eens aan dit boek te beginnen. Als je het Duits beheerst, lees dan ook zeker de Duitse versie. Het verhaal is ontroerend en verschrikkelijk sterk neergezet, wat mij betreft daarmee ook een must op je literatuurlijst. Film kijken kan natuurlijk ook, al was dat alleen al om David Bowie!
Bron citaat: K. Hermann & H. Rieck, Christiane F.. Wir Kinder vom Bahnhof Zoo, z.p.: Stern 1979.
Ja, ik heb hem met Duits gezien, maar kan me er weinig van herinneren.